Spraakopdrachten
U kunt het apparaat besturen met behulp van
spraakopdrachten. Zie “Spraakgestuurd bellen” op
pag. 64 voor meer informatie over de uitgebreide
spraakopdrachten die door het apparaat worden
ondersteund.
Als u uitgebreide spraakopdrachten voor het starten van
toepassingen en profielen wilt activeren, drukt u op
en selecteert u
Instrum.
>
Spraakop.
>
Profielen
. Het
apparaat maakt spraaklabels voor de toepassingen en
profielen. Als u uitgebreide spraakopdrachten wilt
gebruiken, houdt u
ingedrukt in de stand-by modus
en spreekt u de spraakopdracht in. De spraakopdracht is
de naam van de toepassing of het profiel in de lijst.
Als u meer toepassingen aan de lijst wilt toevoegen,
selecteert u
Opties
>
Nieuwe toepassing
. Als u een
tweede spraakopdracht wilt toevoegen waarmee u de
toepassing kunt starten, kiest u
Opties
>
Opdracht
wijzigen
en voert u de nieuwe spraakopdracht als tekst in.
Vermijd hele korte namen, afkortingen en acroniemen.
Als u het samengestelde spraaklabel wilt beluisteren,
kiest u
Opties
>
Afspelen
.
Als u de instellingen van spraakopdrachten wilt wijzigen,
kiest u
Opties
>
Instellingen
. Als u de synthesizer wilt
uitschakelen waarmee de herkende spraaklabels en
opdrachten in de geselecteerde apparaattaal worden
afgespeeld, kiest u
Synthesizer
>
Uit
. Als u het leren
van spraakherkenning opnieuw wilt instellen, selecteert
u
Spraakaanp. herstellen
.