Nokia N93 - Video-instellingen

background image

Video-instellingen

U kunt twee soorten instellingen gebruiken voor
de videorecorder: de

Videoconfiguratie

en de

begininstellingen. Zie “Beeldinstellingen: kleur en
belichting aanpassen” op pag. 31 als u de

Videoconfiguratie

wilt wijzigen. Als u de camera sluit,

worden de standaardinstellingen voor video's weer
hersteld, terwijl de begininstellingen gehandhaafd blijven

Afsluiten

Opties

background image

Camera

28

tot u deze weer wijzigt. Als u de begininstellingen wilt
wijzigen, kiest u

Opties

>

Instellingen

en maakt u een

keuze uit de volgende opties:

Geluidsopname

- Selecteer

Uit

als u geen geluid wilt

opnemen.

Videokwaliteit

- Stel de kwaliteit van de videoclip in op

Tv (hoog)

(beste kwaliteit voor lang gebruik en afspelen

op een compatibele televisie of pc en handset),

Tv

(normaal)

,

Telefoon (hoog)

,

Telefoon (normaal)

of

Delen

(videoclips van beperkte grootte voor verzending

via MMS (Multimedia Message)). Als u de video op een
compatibele televisie of pc wilt bekijken, selecteert u

Tv (hoog)

om VGA-resolutie (640x480) en de

bestandsindeling .MP4 te gebruiken. Als u de videoclip via
MMS wilt verzenden, kiest u

Delen

(QCIF-resolutie,

bestandsindeling .3gp). Een videoclip die is opgenomen
met

Delen

(Delen), kan maximaal 300 kB groot zijn (een

lengte van ongeveer 20 seconden). U kunt deze dan
eenvoudig als multimediabericht verzenden naar een
compatibel apparaat.

Videostabilisatie

- Kies

Aan

om het bewegen van de

camera tijdens de video-opname tegen te gaan.

Toevoegen aan album

- Geef aan of u de opgenomen

videoclip wilt toevoegen aan een bepaald album in de

Galerij

. Selecteer

Ja

om een lijst met beschikbare albums

te openen.

Opgen. video tonen

- Hiermee geeft u aan of het eerste

beeld van de opgenomen videoclip in het scherm moet
worden weergegeven zodra de opname is voltooid. Kies

Afspelen

op de werkbalk (hoofdcamera) of

Opties

>

Afspelen

(tweede camera) om de videoclip te bekijken.

Optische zoom tijdens opname

—Selecteer

Aan

of

Uit

.

Selecteer

Uit

als u tijdens de opname het mechanische

geluid wilt onderdrukken dat de lens tijdens het optisch
zoomen maakt.

Gebruikt geheugen

- Geef aan welke geheugenopslag u

wilt gebruiken: apparaatgeheugen of een geheugenkaart
(indien geplaatst).